Warmte-etiket van Het Groene Net

Tekst

Wij geven graag inzicht in de duurzaamheid van ons warmtenet. Op het warmte-etiket kan je in één oogopslag zien welke warmtebronnen Het Groene net gebruikt en hoe duurzaam het warmtenet in 2022 was.

Het Groene Net werkt hard aan de verduurzaming van Sittard-Geleen. Het Groene Net levert 73% warmte, afkomstig van de Biomassa Energiecentrale Sittard (BES). De rest wordt aangevuld door de gasketels in Hoogveld, die we daar ook als piek- en back-upvoorziening gebruiken. 

Media
Tekst

Zo lees je het warmte-etiket

1. Primaire energiefactor (PEF): Drukt uit hoeveel fossiele energie nodig is voor de productie, distributie en levering van de warmte. Hoe lager dit getal is, hoe beter.
2. CO2-uitstoot en -besparing: De CO2-besparing is het verschil tussen de CO2-uitstoot die vrijkomt bij de productie en distributie van warmte en de CO2-uitstoot die vrijkomt als elke woning of onderneming dezelfde warmte zou opwekken met een cv-ketel op aardgas. Hoe groter de besparing, hoe beter. De relatieve CO2-besparing verschilt per warmtenet en is afhankelijk van de bron en de warmte- en energieverliezen van de infrastructuur. Hoe duurzamer de bron, hoe meer deze bijdraagt aan de relatieve CO2-besparing. Bij warmtenetten met een warmtekrachtkoppeling (WKK) als bron neemt de CO2-besparing in de loop der jaren af. Een WKK wekt zowel elektriciteit als warmte op. Bij de berekening van de CO2-uitstoot voor warmteproductie met een WKK wordt de vermeden CO2-uitstoot door elektriciteitsproductie dan ook in mindering gebracht op de totale CO2-uitstoot van de installatie. Omdat de landelijke mix voor elektriciteitsproductie steeds duurzamer wordt, voornamelijk door het toenemende aandeel wind- en zonne-energie, neemt de vermeden CO2-uitstoot op elektraproductie af. Als gevolg hiervan neemt de CO2-uitstoot voor de warmteproductie toe. De WKK’s, die lange tijd als zeer energie-efficiënt gezien werden, zullen dus geleidelijk minder gaan presteren op CO2-besparing voor warmteproductie. Daarom zullen ze op termijn vervangen worden door een duurzamer alternatief.
3. Aandeel hernieuwbare energie: Het percentage hernieuwbare energie binnen de totale hoeveelheid energie die we gebruiken van opwek tot levering. Hoe hoger het percentage, hoe duurzamer.
4. Aandeel restwarmte: Het aandeel restwarmte uit industriële processen en datacenters binnen de totale hoeveelheid hernieuwbare energie die we gebruiken van opwek tot levering.
5. Warmteverlies: Tijdens het transport van het warme water van de bron naar de woningen en bedrijven is er warmteverlies. Hoe lager het warmteverlies, hoe beter. De relatieve warmteverliezen kunnen per warmtenet verschillen en zijn afhankelijk van onder meer de nettemperaturen, de omvang en transportcapaciteit, en het aantal en type klanten. Warmtenetten in een dicht stedelijk gebied waar veel klanten op aangesloten zijn, hebben een zogenaamde hoge warmtedichtheid en dus relatief lage warmteverliezen. Netwerken waar een relatief uitgestrekt warmtenet ligt of waar de volledige capaciteit nog niet benut is, zullen relatief hoge warmteverliezen hebben.

Tekst

Een duurzame toekomst

Het Groene Net werkt hard aan verduurzaming van de gebouwde omgeving. Zo wordt op diverse plaatsen het warmtenet uitgebreid. De wijk Limbrichterveld, waar de gemeente ca. 500 woningen gasvrij wil maken, is aangemerkt als ‘proeftuin aardgasvrije wijken’. Hier wordt onderzocht of een aansluiting op het warmtenet haalbaar is.

2030*
Ennatuurlijk en Het Groene Net doen onderzoek naar het ontsluiten van industriële warmte van het industriecomplex Chemelot. De intentie is om warmte van een van de naftakrakers te benutten en via een nieuw aan te leggen warmteleiding aan de naastgelegen gemeentes Geleen, Stein en Beek te leveren. De ambitie is om Het Groene Net en warmtenet Hoogland binnen vijf jaar aan elkaar te koppelen en meerdere warmtebronnen op Chemelot te benutten.

2040
Volgens onderzoeken is er voldoende warmte aanwezig voor 250.000 woningen. Hiermee is er in potentie voldoende warmte om tot ver na 2030 woningen te verduurzamen in de regio Zuid-Limburg. We zien ook mogelijkheden om toekomstige pieken met een elektrische boiler in te vullen. Zo werken we toe naar een CO2-neutraal warmtenet in 2040.

Media
Toekomst van het groene net
Tekst

* Disclaimer: de toekomstvisies voor onze warmtenetten hebben we met de grootste zorgvuldigheid gemaakt op basis van de huidige beschikbare kennis en toekomstprojecties op gebied van warmteproductie en - levering. Mocht nieuw onderzoek en nieuwe technologie in de toekomst leiden tot nieuwe inzichten, dan zullen we de scenario’s zo nodig aanpassen of herzien. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan onderstaande informatie.